Angst(stoornis)

Ieder mens is wel eens angstig. Het is gezond om in sommige situaties angstig te worden omdat het ons kan beschermen, bijvoorbeeld tijdens het oversteken van een drukke weg, autorijden bij heel slecht weer. Angst wordt omschreven als een gevoel van bedreiging, optredend bij een naderend gevaar. Iedereen heeft gezonde/reële angst in zich. Deze angst waarschuwt ons voor gevaar. Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst ongezond wordt. Buitenproportionele angst heeft tot gevolg dat u op bepaalde gebieden niet meer functioneert.

Wanneer is sprake van een fobie?

Wanneer men gericht angst heeft voor specifieke dingen of situaties spreek men van een fobie. Er kan sprake zijn van een enkelvoudige fobie (bijvoorbeeld een fobie voor spinnen, honden of naalden) of een meervoudige fobie (bijvoorbeeld agorafobie, sociale fobie en claustrofobie). Bij een confrontatie met hetgeen waar men bang voor is, bv. een spin, kan de angst zo groot worden dat een paniekaanval ontstaat. Mensen zullen alles doen om deze confrontatie te vermijden.

Wanneer is er sprake van een angststoornis?

Bij een angststoornis staat de frequentie, intensiteit en duur van de zorgen niet in verhouding tot de feitelijke bron. Een angststoornis beïnvloedt het sociale leven van een persoon. De angst is voortdurend op de achtergrond aanwezig.

Voorbeelden van fobieën en angststoornissen:

  • Plein- of straatvrees (agorafobie) is een angst die ontstaat om op bepaalde plekken te komen zoals straten, pleinen, supermarkt en openbaar vervoer;
  • Mensen met een sociale fobie zijn voortdurend bang in gezelschap een vreemd figuur te slaan. Faalangst en spreekangst zijn voorbeelden van een sociale fobie;
  • Een paniekstoornis veroorzaakt onverwachte aanvallen van intense angst, gevolgd door de vrees voor nieuwe paniekaanvallen.
  • Een specifieke fobie is een intense angst voor een bepaalde situatie, object of dier. Een specifieke fobie komt voor in tal van vormen zoals vliegangst, hoogtevrees, angst voor een ziekte, dierfobie etc.
  • Mensen met een dwangstoornis hebben last van dwanggedachten (obsessies) waardoor zij steeds rituele handelingen herhalen. Het niet kunnen uitvoeren van zo'n dwangmatige handeling leidt tot angst. Een bekend voorbeeld van een dwangstoornis is smetvrees.

 

Symptomen bij een fobie of angststoornis:

  • hartkloppingen
  • trillen of beven
  • transpireren
  • benauwdheid
  • misselijkheid
  • duizeligheid
  • angst voor controleverlies